De oproep!
Je staat op de top van een heuvel. Voor je strekt zich een wild en woest landschap uit. Als je je omdraait, zie je nog net de drempel van je eigen huis, waar je zojuist overheen bent gestapt deze nieuwe wereld in.
Je voelt een aanwezigheid. Een rilling glijdt langs je rug, kippenvel verspreidt zich over je armen en je ademhaling versnelt. Je weet dat dit je angst is. Jouw angst die jou altijd heeft belet de drempel, die je net genomen hebt, over te gaan. Maar hier sta je, aan de andere kant.
Een stem fluistert in je oor: ‘Wat heb je nou gedaan? Dit gaat helemaal verkeerd. Je kan dit helemaal niet. Je kunt altijd nog terug, daar is het veilig en vertrouwd. Laat dit gaan, dit is niet voor jou weggelegd.’
Je hebt de neiging om terug te keren, om de drempel weer over te gaan naar je vertrouwde omgeving. Daar ken je het, daar weet je wat je kunt, wie je bent. Het trekt aan je… steeds harder.
Je kijkt naar de wildernis voor je. Het is vreemd, onbekend. Je ziet geen enkel pad, je hebt geen idee waar je heen moet, of wat je daar te wachten staat. Waarom moet je eigenlijk dat avontuur aangaan? Waarom ben je niet gewoon tevreden met wat je hebt? Je angst trekt nog harder.

Maar dan begint een klein plekje in je hart te gloeien
Je draait je om naar de drempel en kijkt naar het leven dat daarachter ligt. Alles is je bekend… je weet precies wat je waard bent. Geen onverwachte avonturen.
Maar dan begint een klein plekje in je hart te gloeien… een vonkje verlangen. Dat verlangen dat er altijd is, dat je soms kunt wegstoppen en heel lang kunt negeren, maar dat toch altijd weer opgloeit. Soms als een klein lichtpuntje, soms als een laaiend vuur dat door je heen slaat. Je voelt hoe het gloeiende puntje sterker en sterker wordt. De warmte vervult je hart en straalt door naar de plek onder je borstbeen.
Je keert je weer naar het landschap dat zich voor je uitstrekt en merkt dat de warmte van het verlangen toeneemt. Je voelt dat de rust en de veiligheid van je vertrouwde leven, terug over de drempel, niet meer voldoende is. Je wilt meer.
Opnieuw hoor je de stem van de angst in je oor: ‘Maar je kunt dit niet… dit gaat zo gruwelijk mis… en wat heb je dan? Straks ben je alles en iedereen kwijt… het is nog niet te laat… ga terug!’
Even twijfel je.
Dan herinner je je weer hoe je kunt gronden. Hoe je wortels in de aarde dringen, hoe je verbonden bent met je voorouders en je eigen rode draden. En je weet dat je al veel vaker voor dit soort beslissingen hebt gestaan.
Je voelt hoe het leven niet gaat om veiligheid en vertrouwdheid, maar om lessen die je te leren hebt, om jezelf uit te dagen en te groeien. En je weet diep van binnen dat het helemaal niet uitmaakt of jij dit wel of niet kunt, dat het niet erg is als je op je bek gaat, dat het helemaal niet van belang is of jij dat uiteindelijke doel dat je voor ogen hebt bereikt of niet. Je voelt en weet dat het gaat om de weg die je aflegt. Het gaat juist om de nieuwe ervaringen, wat ze je ook zullen brengen. Het gaat om het zelf vinden van je pad, of dat nou geëffend is of niet. Het gaat om het avontuur!
Hier komen, je bent van mij!
Je neemt de beslissing.
Wat deze reis je ook zal brengen, je gaat ervoor. Het vuur van het verlangen gloeit op in je zonnevlecht, en verspreidt zich zinderend door je hele lichaam. Je voelt de warmte tot in de toppen van je vingers en de puntjes van je tenen. Een opgewonden rilling glijdt over je rug.
Je reikt opzij, pakt je angst stevig beet en trekt hem naar binnen. Hier komen, je bent van mij, denk je. Ik plaats jou niet meer buiten mezelf en laat me niet meer door jou tegenhouden. Jij bent mijn energie, en ik heb je nodig; als bondgenoot.
Je voelt hoe de angst in je lichaam aankomt. Even slaat hij door je heen. In iedere vezel dringt hij door. Je trilt en huivert.
De energie verplaatst zich naar je ruggengraat, je rug wordt helemaal warm, je merkt hoe hij zich als vanzelf recht en steeds krachtiger wordt. De energie stroomt door je hele lichaam, het is een warme en aangename sensatie. Je voeten staan stevig op de bodem en via je voetzolen maken ze verbinding met de grond onder je. Je voelt hoe je kruin zich opent voor tekens en leiding van het Universum. Je trekt je schouders naar achteren en zuigt je longen vol. Dan richt je je hoofd op en kijkt naar het landschap dat voor je ligt.
Oproep tot avontuur!
Plotseling begint het gras voor je voeten te twinkelen.
Kleine glinsteringen lichten op en verspreiden zich. Voor je ogen vormt zich een pad van twinkelende lichtjes, dat steeds verder en verder een spoor door het landschap trekt en zich vertakt in vele verschillende paden. Waar eerst nog een schijnbaar ondoordringbare wildernis was, zie je nu lichte en heldere paden lopen.
Je weet wat je te doen staat en je voelt een kalme zekerheid. Je weet ook dat het aan jou is om dit pad te belopen en te kiezen waar je heen wilt gaan, niemand anders zal dit voor je kunnen doen. En je weet dat je vele uitdagingen zult tegenkomen, dat je hard zult moeten werken en dat je regelmatig ontberingen zult moeten ondergaan. Dat is allemaal onderdeel van de reis.
Daar klinkt het hoorngeschal. Jouw oproep tot avontuur!
Je draait je nog één keer om en kijkt naar waar je vandaan komt. Je weet dat je dit beeld, waarvan je altijd hebt gedacht dat jij dat was, zult moeten loslaten. Pas dan zul je je waarachtige zelf kunnen worden. Je kijkt naar de nieuwe wildernis die voor je ligt, met de oplichtende paden die er doorheen twinkelen. Daar zul je ontdekken wie je werkelijk bent.
Weer klinkt de oproep: het geluid van de hoorn komt diep vanuit de wildernis.
En voor de derde keer…
Je haalt heel diep adem, heft je kin op, en zet de eerste stap op weg naar je nieuwe zelf.